donderdag 19 mei 2016

Van extreem riejen en lekker belangrijk


Het is half 9 en ik zit in de trein. Tegenover me zit een grijzige meneer in pak, naast me twee jolige dames compleet met kort pittig kapsel. Iets verderop een groepje luidruchtige studenten. Nog niet zo heel lang geleden (lees: meer dan 10 jaar, maar ik denk mezelf graag jonger dan ik ben) zat ik daar. Niet persé dáár, maar je snapt ‘em. Elke dag dat hele end van Breda naar Tilburg, samen met klasgenoot A. Een noodzakelijk kwaad, dat reizen, maar dat hadden we er wel voor over. We deden immers een ontzettend belangrijke studie en zouden de wereld gaan veranderen. Dat lieten we graag horen ook, trouwens, dat we belangrijk waren. Interessante muziektermen klonken door de coupé, als ware het een compleet nieuwe compositie. Soms waren we samen stil. Dan luisterden we andere gesprekken af en wisten van elkaar dat we dat deden én dat we hetzelfde grappig vonden. Zoals het jongetje dat riep: “Wajoow, extreem riejen”. “Wajoow” werd het nieuwe stopwoord en bij de eerste blaadjes op het spoor gingen wij “extreem riejen”. Dát waren nog eens tijden ;)
Om ons heen zaten interessant ogende mannen en vrouwen in (mantel)pak met de laptop op schoot zich ongetwijfeld ontzettend te ergeren. Maar dat zagen we niet, wij hadden het druk met nieuwe akkoorden ontdekken. Stiekem had ik ontzag voor die lui, al wist ik dat ik als muziekdocent in wording nooit zo in de trein zou zitten. Dat waren vast erg belangrijke mensen, die pakdragende laptoppers.
Nu zijn we dus zoals gezegd meer dan 10 jaar verder en daar zit ik dan. In pak. Met mijn laptop op schoot. Lekker belangrijk te doen. Om mij heen andere ‘belangrijke’ mensen. Of mensen die denken dat ze dat zijn en ondertussen een blog zitten te typen. Ook de studenten zijn niets veranderd. Ze smijten met termen als ‘conjuncturele ontwikkeling’ en ‘humanresourcemanagement’, denkende dat wij denken dat ze heel slim zijn. Terwijl ze in werkelijkheid per ongeluk een keer hebben opgelet tijdens college. Maar dat is dan in feite ook wel weer slim. Je wilt tenslotte toch een diploma halen. Ze doen lekker belangrijk en doen dat hard. Ik doe ook heel belangrijk, in stilte. En ik denk terug aan de tijd dat treinen nog extreem riejen.
De grijzige man tegenover me ergert zich zichtbaar. Dat mag vast, want hij zal wel heel belangrijk zijn met zijn Mac op zijn onberispelijke pantalon. Of het wat stiller mag, vraagt hij. Het is hier geen stiltecoupé, is het weerwoord. Deze man is vast vergeten dat hij ooit studeerde. Of hij heeft niet gestudeerd en baalt daar nog van, dat kan ook.
De trein hobbelt door, ik typ in het ritme van de rails. Mijn typende vingers spelen een melodie en heel even klinkt er weer een boeiende compositie door de op dat moment toch even stiltecoupé. Ik lach hardop, de man kijkt verstoord op. Lekker belangrijk.